Als je links kijkt, zie je rechts niets…

Vorige week ontving ik mail van een lezer. Ze stuurde een foto. Midden op een bospad was ze een rode roos tegengekomen. Vertrapt maar toch, hoe mooi? Dit betekende vast dat de prachtige man die ze had ontmoet, de man met wie ze al een paar weken zo fijn kon praten en uiteindelijk een stomende nacht had beleefd, voor haar was bestemd. Dit was passie. Hij was de man die haar echt zag. De vrouw zag die zij wil zijn. De vrouw van voordat ze trouwde met de vader van haar kinderen. En de vrouw die nu denkt te willen scheiden. Ze kijkt links.

Twee dagen later stuurde ze me weer een mail. Een foto van een witte roos. Ze liep op het strand, met de vader van haar kinderen, en struikelde erover. Haar eerlijkheid over de stomende nacht had hen ertoe gebracht te gaan praten en daarom waren ze aan zee. Wat betekent een witte roos? Het is vriendschap, schreef ze. Moet de vader van de kinderen wijken? Wat is er nog, rechts?

En nu is ze in Dubio terecht gekomen.

Dubio, een plaats op aarde die we allemaal kennen maar waar niemand ooit is geweest. De plaats die Het Goede Doel bezong in het lied ‘België’ en waar mijn broertje ooit van vroeg: ‘Mama, waar ligt dat, Dubio?’

Dubio is de plek waar je, verblind door verlangens, links kijkt. De plek waar je dan dus rechts niks ziet. Dubio is de plek waar belangrijke beslissingen genomen worden. Waar levens keren, huwelijken stranden en liefdes ruimte krijgen. In Dubio maken we lijstjes met voors en tegens, om te kiezen. Of volgen we ons hart. Sommigen zijn lang in Dubio, anderen sjezen er af en toe doorheen. In Dubio struikel je over rozen. Rozen die je misschien wel vertellen dat ze geen tegenpolen zijn maar gelijk: beide roos, beide afgeknipt en beide in jouw blikveld. 

Misschien zijn mijn lezer en haar echtgenoot wel allebei; én passie én vriendschap. Misschien keek ze even links en zag rechts niet dat de vader van haar kinderen haar ook écht ziet, het alleen niet meer alle dagen laat merken. En ook stomende nachten wil, met haar.

De mens heeft de behoefte gevuld te worden met hetgeen hij zelf niet is, niet heeft. We zijn op zoek naar compleetheid. En tegelijk verzetten we ons ertegen. Opdat het leven niet saai wordt. Niet in Dubio en niet hier. Dus laten we voelen, kijken, praten. Laten we onze behoeftes opmerken. Zien wat er wél is, wat wél kan, wat wél werkt. Onze ‘man van rechts’ meenemen op deze reis. En voordat we oversteken samen de balans opmaken, links én rechts kijkend.

Door: Evelien Otto

Schrijver van de roman:
Ik vind papa veel liever dan jou
Hoe blijf je moeder als je moet scheiden van je man én je ernstig zieke kind?