‘Is dit alles?’

Dare to commit

Rond mijn achttiende was dit een grote hit van het Nederlandse bandje Doe Maar. Een liefhebber was ik niet. Maar dit couplet hakte er bij mij wel in:

We zijn nu net een stuk in dertien delen 

Aan het einde zijn we allemaal de klos 

We leven trouw het leven van zo velen 

Ik wil iets meer ik wil ’n beetje los

Het was voor mij een liedje in de ‘in between’ fase. Ik woonde nog thuis. Jaren tachtig. De echtscheidingscultuur was fors doorgebroken. Om mij heen waren inmiddels de nodige huwelijken omgevallen. Als vanzelf keek je daardoor met andere ogen naar het huwelijk van je ouders. Gaan zij het redden? Is dit alles? Is het genoeg voor ze? Of willen zij ook een beetje los?

Het verlangen naar ‘een beetje los’ kende ik als jongere wel. Het gezin was voor mij soms ook zo’n stuk in dertien delen: zondag een croissant, maandag gehakt en elke avond koffie na het journaal. Tegelijkertijd was ik doodsbang dat mijn ouders ‘los’ zouden gaan. Hun stabiliteit bood mij juist de ruimte voor mijn ‘los’.

Ondertussen was ik mijzelf ook vast aan het leggen. Mijn relatie duurde al twee jaar. Van een onrijp avontuur veranderde het naar stabiliteit. Waren wij het eerste deel van de dertien aan het schrijven? Legde ik mij vast?

Antwoord kreeg ik niet echt op deze vragen. Je jeugdliefde omzetten in een vaste relatie heeft toch elementen van een gok in zich. Je vertrouwt elkaar, je bouwt gezamenlijke ervaringen op, je voelt dat het goed zit en op enig moment vind je jezelf in hetzelfde huis met die ander. Commitment is ergens een sprong.

Inmiddels zitten wij wel bij deel dertien. Maar het is geen saai epos geworden. Helaas, denk ik soms. Want waar mijn partner voortdurend voor dynamiek zorgt, zet ik mij steeds in voor nieuwe, vaste patronen, orde en regelmaat. Het zet ons beider commitment steeds weer op scherp. ‘Ik wil eens even met je praten’.