Je bent zo mooi anders dan ik

En? Hoe was de week?

Was er een moment dat je dacht: ik heb inspiratie om met meer aandacht en zorg samen te leven met mijn vrouw of man? Een moment waarop je opeens merkte: zij of hij is echt wel uniek. Of: hij of zij is echt wel anders. Of: met haar of hem heb ik al heel veel gekregen; samen zijn we rijk. Het zijn allemaal gevoelens, die zomaar bij je op kunnen komen.

Met de jaarlijkse Marriage Week achter de rug, kijken we terug op een week met waardevolle stimulansen om liefde en trouw te vieren. Wat mij gaandeweg opvalt is dat de jonge mensen bewuster hun keuzes maken als het om relaties gaat. Ze trouwen minder snel en ook minder vaak, maar áls ze voor het huwelijk gaan, doen ze dat bewuster, beter voorbereid en met doorgaans een grotere vastberadenheid.

Onze oprichters, Richard en Maria Kane, die in veel landen de vrijwilligers van Marriage Week opzoeken, vertelden me afgelopen week dat in sommige landen het scheidingspercentage niet meer stijgt, omdat juist de jonge mensen bewuster kiezen voor óf wegblijven van de lange termijn liefdesrelatie. Het beeld verandert.

Wat blijft is een soort van ingebakken patroon bij ons als mensen: we verlangen naar de ander, maar willen ook onszelf blijven. In deftige woorden: we zoeken verbondenheid, maar hebben ook behoefte aan autonomie. ‘Laat mij m’n ding toch doen.’ Of in het liedje van wijlen zanger Ramses Shaffy: ‘Laat mij mijn eigen gang toch gaan!…’

Donderdagavond, tijdens www.liefde2020.nl in Amsterdam, vroegen de jonge organisatoren me om tijdens een boeiend programma over liefde, trouw en seks het volgende gedicht van Hans Andreus uit 1998 voor te lezen:

Je bent zo mooi anders dan ik

 

 

 

Ik vermoed dat jij je partner hierin herkent en hopelijk ook zelf de conclusie trekt, die de dichter trok: ‘Ik zou je nooit anders dan anders willen’. Geen simpele slotsom: het liefst zouden we onze partner ‘verbouwen’ zodat zij of hij helemaal in ons straatje past. Maar het geheim zit ’em nu juist in het vaste gegeven dat zij of hij ‘de andere’ is en dat we diepe vrede kunnen ervaren in de eenwording met haar of hem.

Tevreden terugkijkend op een boeiende Marriage Week bedenk ik me een uitspraak van een goede vriend en predikant, die in zijn ambtsperiode honderden huwelijken sloot. Vrijwel altijd voegde hij in de trouwdienst de woorden in: ‘In een huwelijk zit volop muziek als de boventoon van de liefde wordt gesteund door de ondertoon van de trouw.’

Ik zou het niet mooier kunnen zeggen.